Van Nairobi naar Eldoret

14 maart 2016 - Eldoret, Kenia

Dit verhaal heb ik geschreven op zaterdag 12 maart, maar later geupload door een gebrek aan internet. 

De Reis

De laatste avond bij Karen Camp (onze accommodatie bij Nairobi) nam een onverwachte wending. We zaten zoals gewoonlijk op het terras te chillen en achter ons waren blanke bewoners van Kenia een memorial aan het plannen voor een overleden kennis. ’s Avonds raakten we met hen aan de praat en hebben we samen wat gedronken en veel gepraat over Kenia en Afrika in het algemeen. We hebben veel tips gekregen over wat we wel en niet moeten doen en ook over dingen als malaria en andere ziektes en ongemakken die je liever niet oploopt.

De namen Craig, Barry en Tilan zal ik niet snel vergeten. Craig was een grappenmaker van ongeveer 45, die ergens nog in de puberteit was blijven hangen. Met hem hebben we lekker biertjes gedronken en stomme grappen gemaakt. Ook heeft hij ons veel verteld over Afrika. Aan zijn tips zullen we nog veel hebben.

Barry, een zestiger met lang haar, baardje en tattoos, komt van oorsprong uit Schotland en heeft ook een geweldig, sterotype accent. Samen met Craig heeft hij ons van de nodige tips voorzien, met als voornaamste (hij bleef het maar herhalen): “When you end up in bed with a woman here; for f*ck sake, protect yourself!” (Lees dit trouwens met een zwaar Schots accent).

Tilan is een van oorsprong Zweedse vrouw, die onderwijsprojecten in Kenia doet. Ze vertelde me over een zeer intelligente jongen die ze helpt. Ze betaalt zijn middelbare school, maar heeft helaas niet de middelen om ook zijn universiteit te betalen, dus ze zocht naar middelen om dit misschien toch voor elkaar te kunnen krijgen. Best heftig om te horen!

De volgende ochtend was de chauffeur die we hadden geregeld al behoorlijk vroeg op de accomodatie, dus hebben we hem een ontbijtje en een kop koffie aangeboden. Deze chauffeur was ons aanbevolen door Skips huisgenoot Annelie, die op dit moment ook in Kenia is. De chauffeur heet Michael en is een hele aardige man. Voor vertrek wilde hij samen met ons bidden, wat we natuurlijk hebben geaccepteerd.

De weg van Nairobi naar Eldoret is vrij lang en leidt langs prachtige stukken natuur en veel kleine dorpjes. We hebben onder andere boven aan een stijle helling gestaan met een fantastisch uitzicht over de zuidelijke Rift Valley. Ik had hier graag foto’s van gemaakt, maar helaas werden we belaagd door agressieve verkopers, die in ons vooral wandelende geldbomen zagen. Hierdoor vond ik het niet erg fijn om met m’n telefoon te gaan zwaaien om foto’s te maken. Wellicht op de terugweg!

Driving alongside the Southern Rift Valley

Het uitzichtpunt was ruim 2000 meter boven zeeniveau. Een eind verder daalde de weg richting een stuk savanne, waar het heel erg heet was. Hier hebben we o.a. zebra’s en bavianen langs de weg gezien. Een hele bijzondere ervaring, voor ons die alleen Hollandse koeien gewend zijn. Oh, die Hollandse koeien heb je hier trouwens ook!

Na weer een stuk door het bijzondere Keniaanse verkeer te hebben gecrosst, met veel gevaarlijke inhaalmanoeuvres, geknipper met groot licht en andere ongein, zijn we in Nakuru gestopt om geld te pinnen en een fatsoenlijke lunch naar binnen te werken. We zaten bij een soort Indiaas restaurant, waar je voor relatief weinig geld heerlijk kon eten. Voor Michael was dit een hele ervaring. We hebben foto’s gemaakt van ons aan tafel, zodat hij het aan zijn vrienden kon laten zien. Ook hebben we hem wat restaurant-etiquette geleerd. Hij vond het helemaal geweldig en we hebben alledrie enorm genoten van de goede lunch.

De reis van Nakuru naar Eldoret was wat rustiger. Deze wegen waren minder druk, omdat je verder van Nairobi bent en meer het achterland in gaat. Dit stuk van de reis verliep voorspoedig, al was het al met al wel verder dan we hadden gedacht.

Eldoret

Eenmaal bij Eldoret aangekomen zijn we naar de Main Campus van de Moi University gereden, waar we aan de poort staande werden gehouden door de beveiliging. Omdat we geen contact konden krijgen met de mensen die ons verwachtten, werden we niet toegelaten tot de campus. Balen! We zijn toen naar de stad gereden, weer een behoorlijke rit van ongeveer 30km. Ook begon het al donker te worden. Tel daar onze vermoeidheid bij op en je krijgt een niet heel ideale situatie.

We hebben in onze reisgids naar een enigszins acceptabele accommodatie gezocht. Dit was de Aya Inn, in een grote straat in Eldoret. Voor ons als Afrika-groentjes was dit nogal wat. Er waren veel mensen op straat die begonnen te bedelen bij het zien van een, hier vrij zeldzame, blanke. We waren hier redelijk van onder de indruk.

Aangekomen op onze kamer hadden we even een inkak-momentje, want het was alles behalve luxe of comfortabel, maar gelukkig konden we er al vrij snel de humor van inzien. Zo was er bijvoorbeeld een douche en toilet in één, echt vlak bij elkaar. Je kon letterlijk staan douchen en tegelijk in de pot pissen. Voor het warme water van de douche moest je een boiler aanzetten en de elektriciteitsdraden liepen uiteraard ook gewoon in de douche. Lekker veilig! Skip heeft zijn leven gewaagd voor een douche. Ik heb maar even overgeslagen.

Kamer in Aya Inn, Eldoret

Uiteindelijk hebben we nog redelijk kunnen slapen in de Aya Inn en we hadden wel de luxe van een inbegrepen ontbijt bij ons verblijf. Het ontbijt was goed, dus dat was een grote meevaller. Toen ik terugkwam van een toiletbezoek tijdens het ontbijt, hadden we ook ineens bezoek van een Afrikaanse man. Het bleek mr. Kigen te zijn, van de universiteit. Hij had ons via een mailtje dat we nog hadden verstuurd weten op te sporen. Dit gaf ons weer wat goede moed.

Samen met mr. Kigen hebben we onze spullen naar de universiteit gebracht, waar Skip en ik een kamer delen in een huis waar verder vooral studenten uit Tanzania zitten. Hierover later meer.

Toen we onze spullen veilig in de kamer hebben opgeborgen, zijn we met een Matatu naar Eldoret gegaan om inkopen te doen. Een Matatu is een klein busje, waar je met teveel andere mensen samen reist. De Matatu’s staan niet bekend als het veiligste vervoersmiddel, maar het is wel een hele ervaring en echt enorm Afrikaans. Een rit is ook erg goedkoop. Voor 100 Shilling (grofweg 1 euro) brengen ze je naar Eldoret, waar een taxi minimaal 1000 Shilling kost (maar vaak vragen ze meer).

Eldoret is een typisch Afrikaanse stad. Veel laagbouw, hectisch verkeer, enorm veel mensen op straat. Ook wordt er veel op straatn verkocht, gebedeld en gebeund. Skip en ik waren blijkbaar een bijzondere vertoning, want we werden veel nagestaard, bekeken en een enkele keer nagefloten. Niet zelden riepen mensen “mzungu!” Dit is Kiswahili voor “blanke.” Naast onszelf hebben we hier welgeteld twee ander blanke mensen gespot, dus zo raar is het ook niet dat mensen het bijzonder vinden om ons te zien. Even wennen is het wel.

Nadat we de basisbenodigdheden hadden gekocht (en alsnog wat zijn vergeten), zijn we met een taxi teruggegaan naar de campus, omdat we met al deze spullen niet in een Matatu konden. Hierna konden we ons echt gaan settlen in onze kamer. Nadat we een beetje geïnstalleerd waren, hebben we de avond doorgebracht met het kijken van Monty Python en andere series. Hierna zijn we gaan slapen, want we waren echt helemaal kapot van de reis en alle indrukken.

De Universiteit

Voor de mensen die nog niet moe zijn van het lezen, nog even wat over de universiteit. We zitten op de main campus van de Moi University. Het is een enorme campus, met veel lesgebouwen, een grote bibliotheek, een groot gebouw van de administratie, winkels, sportvelden en zelfs een klein ziekenhuis. Verder zijn er accommodaties in alle soorten en maten voor de studenten.

Huysch

Wij zitten in een bungalow-achtig huis, met vier of vijf andere studenten. Zij komen allemaal uit Tanzania. We hebben tot nu toe drie van hen ontmoet: Paul, Hassan en Juma en zij lijken erg beleefde en aardige mensen te zijn. Dit helpt enorm bij het ‘ons-hier-thuis-voelen.’

Het is wel even wennen aan de omstandigheden. Het is echt compleet anders dan we in Nederland gewend zijn. De badkamer is voor onze begrippen echt niet netjes, al kun je je er in principe prima mee redden. De wc-bril is gebroken, er is geen warm water en de eerste kakkerlak is ook al gespot. We hebben maar besloten om er gewoon het beste van te maken en we gaan ervan uit dat we er na een tijdje wel wat meer aan wennen.

’s Avonds mogen we de campus niet af, maar overdag kunnen we in principe gaan en staan waar we willen.

Aankomende maandag, 14 maart, gaan we echt beginnen met het onderzoek. Dit weekend beginnen we vast met het maken van een weekplanning. We mogen vanuit het kantoor van ANIE, de organisatie via wie wij hier zitten, aan ons onderzoek werken. Dit is erg handig, aangezien dit één van de weinige plekken is waar fatsoenlijk internet is. In de weekenden moeten we ons dus zonder internet vermaken, maar dat is voor ons, verwende westerlingen, misschien helemaal niet zo verkeerd.

Conclusie: Het is allemaal behoorlijk wennen en we hebben best wel even een moeilijk momentje gehad, maar we hebben er alle vertrouwen in dat we hier een leuke en leerzame tijd gaan hebben!

Foto’s

2 Reacties

  1. Sandra Grijsen:
    14 maart 2016
    Met grote belanstelling je verslag gelezen. Terecht gekomen in een hele andere wereld en toch ook niet helemaal zonder gevaren. Doe voorzichtig en leer van jullie huisgenoten. Logisch dat jullie moeten wennen en je draai moet vinden in deze andere wereld maar dat komt vast goed. Succes en geniet.
  2. Hanneke cop:
    14 maart 2016
    mooi verhaal Gijs, geeft alles heel goed weer... valt niet mee ..daar buiten de Europese grenzen. Er zullen nog wel meer vreemde verhalen volgen denk ik, maar je moet maar denken dat zijn de verhalen die je later je kleinkinderen vertelt (ha ha). Succes met jullie onderzoek. Groetjes aan Skip