Onderwijs en Cultuurbeschrijving

22 april 2016 - Eldoret, Kenia

Cultuurbeschrijving

*Eigenlijk geschreven als een opdracht voor de minor. Inmiddels is hij goedgekeurd (bedankt voor het snelle nakijken, Kees-Jan!) Ik dacht dat sommige mensen het misschien wel interessant zouden vinden om te lezen, dus vandaar dat ik het hier ook als blog plaats.*

Omdat olifanten cool zijn

Kenia

Kenia ligt in Oost-Afrika. Een slordige 6500 kilometer van Nederland. Tussen Nederland en Kenia vind je o.a. (en dan neem ik even de vliegroute als uitgangspunt) de Alpen, Slavische landen, Albanië, Griekenland,  Egypte; met de onmetelijk grote Sahara, waar ook de Nijl doorheen stroomt, Sudan en  Ehtiopië. Dat is de meest beknopte beschrijving die ik kan geven en je ziet al meteen veel verschillende landen, culturen en geografische kenmerken de revue passeren. Het is dan ook geen verrassing dat de Keniaanse cultuur nogal verschilt van wat wij gewend zijn en ‘normaal’ vinden.

Door het Koloniale verleden zijn de Kenianen wel in aanraking gekomen met elementen uit de westerse cultuur, waaronder de Engelse taal. Engels is één van de officiële talen in Kenia, naast het Swahili, dat tussen de verschillende stammen als linnngua franca wordt gebruikt. Het Swahili, hier bekend als Kiswahili, is van oorsprong een handelstaal die is ontstaan aan de kust van Oost-Afrika en bevat woorden en elementen uit o.a. het Arabisch, Portugees, Engels, Duits en lokale Bantu-talen.

Om het nog moeilijker te maken, meld ik meteen even dat er in Kenia geen sprake is van een homogene, Keniaanse cultuur. Kenia bestaat uit ongever 42 stammen, die ieder een eigen taal, cultuur en gebied hebben. Hoewel, zeker in de steden, deze stammen en culturen steeds meer mixen, is tribalisme nog steeds aan de orde van de dag in Kenia. Dit zorgt nog altijd voor spanningen op politiek en sociaal gebied, hoewel het op dit moment gelukkig vrij rustig is.

Politiek

Ik ga hier niet diep in op het probleem van de stammen (hier zijn genoeg boeken over volgeschreven), maar het komt erop neer dat mensen in de politiek altijd zullen kiezen voor de kandidaat van hun eigen stam, waardoor de grootste stam, de Kikuyu, het normaliter voor het zeggen hebben in Kenia. Je kunt je voorstellen dat de leden van de kleinere stammen zich hierdoor nogal benadeeld voelen. De pogingen van overheids- en andere instellingen om nationalisme en unificatie te promoten hebben slechts beperkt succes.

Om nog even in politieke sferen te blijven: Kenia kent een democratisch systeem. Het volk kiest de president, maar zoals gezegd is het tribalisme hierbij een groot probleem. Een ander probleem in Kenia is de bureaucratie. Je moet voor veel zaken een vergunning aanvragen, wat neerkomt op veel papieren invullen en vooral heel, heel, heel lang wachten. Een flinke portie geduld is dus benodigd wanneer je in Kenia iets wil regelen, of dat nou een visum, paspoort, onderzoeksverginning of bouwvergunning is. Ook kost dit allemaal flink veel geld.

Naast de bureaucratie is er nog de corruptie; misschien wel het grootste probleem van het land, samen met tribalisme. Corruptie zit in alle lagen van de samenleving en ondermijnt de Keniaanse economie. Vraag aan de gemiddelde Keniaan op straat wat het grootste probleem is en 99% zal corruptie op nummer één zetten. Voorbeelden: je staat aan de grens en je visum is per ongeluk al verlopen. Hier staan hoge boetes op, maar als je de agent in kwestie ‘chai’ aanbiedt (dit betekent thee, maar wordt ook geberuikt voor smeergeld), zul je zien dat je er voor een relatief klein bedrag alsnog mee wegkomt. Dit geldt belandt uiteraard in de zak van de betreffende agent.

Cultuurverschillen

Mijn ervaring is dat de meeste Kenianen heel relaxed omgaan met cultuurverschillen. In ieder geval wanneer het gaat om de verschillen tussen de Nederlandse en Keniaanse cultuur. Ook al begrijpen de meeste Kenianen niet hoe het kan dat je niet gelovig bent, dat homoseksualiteit legaal is in Nederland, etc. Ze nemen het wel aan en behandelen je niet ineens anders door deze verschillen in opvattingen.

De cultuurverschillen tussen de Keniaanse stammen is waarschijnlijk een groter probleem dan die tussen westerlingen en Kenianen. Zo zijn er na de verkiezingen van 2007 veel rellen en gewelddadigheden uitgebroken tussen verschillende stammen. Hierbij zijn veel doden gevallen. De laatste jaren is het rustiger, maar ik heb bij een aantal mensen nog wel wat wantrouwen bespeurd ten opzicht van andere stammen.

Wat mij vooral is opgevallen aan de Keniaanse cultuur is de verhouding tussen man en vrouw. Op straat zijn mannen en vrouwen, in ieder geval voor het oog, grotendeels gelijk. De vrouwen die ik heb gezien hebben een uitgesproken mening en mogen deze ook uiten. Ook zijn veel vrouwen harde werkers. Ze doen veel werk op de markten, boerderijen en visserijen. Mannen behandelen vrouwen in het openbaar, over het algemeen met respect. De keerzijde van de medaille is dat, zo werd me verteld, huiselijk geweld een groot probleem is; vooral in ruraal Kenia. Zo goed als het in het openbaar lijkt, is het in de thuissituatie dus vaak niet. Vrouwenmishandeling komt hier veel voor en wordt door sommige mensen die ik heb gesproken helaas zelfs als normaal, of in ieder geval als ‘fact of life’ gezien. Vanuit westerse ogen bekeken hebben ze hierin dus nog een lange weg te gaan.

De leefsituaties van de kinderen die ik heb gezien zijn heel divers. Ik heb hele arme kinderen zien spelen met speelgoed van afval, oud ijzer en rubber in straatarme boeren dorpjes/gehuchtjes. Deze kinderen gaan vaak naar een Harambee school in de buurt, waar een gebrek is aan alles: Goede lokalen, stoelen, tafels, boeken, schriften, pennen. Over computers hoef ik het hier helemaal niet te hebben, want niet eens alle scholen hebben elektriciteit. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de kinderen in deze dorpjes in zekere zin wel gelukkig zijn. Ze spelen en lachen veel, zijn enthousiast als ze jou als Europeaan zien, etc. Mijn indruk is dat ze blij zijn met wat ze hebben en wat je niet kent, kun je natuurlijk ook niet missen.

Ook heb ik kinderen gezien die naar de betere scholen gaan en uit wat rijkere families komen, al heb ik deze kinderen niet echt ‘in actie’ gezien buiten de omgeving van de school.

Leerlingen van Kisumu Boy's High School

Om een lang verhaal kort te maken. In mijn ogen zijn kinderen gewoon kinderen, of je nou in Europa, Afria, Azië of Amerika bent. Kinderen zijn vaak blij met de kleine dingen die ze hebben. Het verschil met Europa is vooral dat als je buurjongentje een nieuwe Playstation heeft, jij deze ook wil hebben. In Afrika heeft niemand in het dorp veel mooier speelgoed dan een ander, dus zijn ze allemaal blij met hun ene voetbal van een schapenblaas, omwonden met touwtjes.
Misschien zijn de wat rijkere kinderen uit de Keniaanse steden iets meer te vergelijken met Europese kinderen, maar dit weet ik niet zeker.

Wat ik ook nog even wil melden is dat het hier volledig geaccepteerd is om kinderen te slaan als ze zich hebben misdragen. Ook leraren kunnen niet begrijpen dat dit in Nederland niet mag.

Religie

Dit wordt het laatste punt van de cultuurbeschrijving, omdat het anders wel erg lang wordt. Dit punt kan echter niet onbesproken blijven, omdat religie voor de Kenianen zo ontzettend belangrijk is.

De meeste mensen in Kenia zijn christelijk. Ook is er een deel van de bevolking moslim. Het christendom in Kenia wordt anders beleefd en belijd dan in Europa. In vrijwel alle kerken wordt veel gedanst en gezongen. Het komt vrolijker en beweeglijker over dan wat ik hiervan in Europa heb gezien.

Geloof speelt een centrale rol in het leven van veel Kenianen. Vrijwel iedereen gaat regelmatig naar de kerk en toen we bij onze chauffeur in de auto stapten om van Nairobi naar Eldoret te rijden, wilde hij voor vertrek ook graag met ons bidden. Gezien de verkeersveiligheid hier kan ik dat  overigens wel begrijpen, want je weet nooit welke rit je laatste is in deze gekkigheid.

De Kenianen en Tanzanianen die ik heb gesproken accepteerden allemaal zonder moeite het feit dat ik niet religieus ben. Ze waren er nieuwsgierig naar, maar vonden het wel erg vreemd. Het leek of niemand zich kon voorstellen hoe je nou niet religieus kan zijn.

Een ander verschil met het Europese christendom is dat er in Kenia nog veel elementen van de oude natuurgodsdiensten te bespeuren zijn. Ik vermoed dat het sterke bijgeloof dat hier bij mensen aanwezig is daar mee te maken heeft. Voorbeeld: Mensen hier zijn er heilig van overtuigd dat hekserij bestaat. Zo had Skip een kleine kameleon gevangen in onze tuin en deze laten zien aan huisgenoten, deze stonden doodsangsten uit, omdat deze dieren vanwege hun kleurverandering in verband worden gebracht met hekserij. Ze vonden Skip wel een held, omdat hij dit durfde te trotseren. Een ander voorbeeld is het feit dat we ratten hadden gezien in en bij huis. Volgens een huisgenoot kwam dit waarschijnlijk omdat het huis behekst zou zijn. Zelf denk ik dat het eerder te maken heeft met rondslingerend afval en voedselresten, maar wie weet.

Het Onderwijssysteem

Het onderwijssysteem in Kenia is een combinatie van het (oude) Britse systeem, met wat updates die met latere aanpassingen van de grondwet zijn ingevoerd.

8-4-4

Het belangrijkste begrip horende bij het Keniaanse onderwijssysteem is: 8-4-4. Uiteraard heeft dit niks met voetbal te maken, want dan zouden er te veel spelers in het veld staan. Wat 8-4-4 inhoudt is dat je 8 jaar basisonderwijs volgt, 4 jaar secundair onderwijs en 4 jaar tertiair onderwijs. In de praktijk zijn er genoeg mensen die ergens halverwege blijven steken, maar het idee is helder. Er is overigens sprake van dat dit systeem in de komende jaren gaat veranderen, maar hier heb ik niet veel duidelijkheid over.

Soorten scholen

Er zijn verschillende soorten basis- en middelbare scholen in Kenia. Je kunt ze grofweg in drie categorieën plaatsen:

1.       De Harambee scholen: Deze scholen krijgen niet of nauwelijks geld van de overheid en worden gefinancierd met middelen uit de lokale gemeenschap. Je kunt je voorstellen dat dit, zeker in de armere dorpjes, zeker geen vetpot is. Logischerwijs zijn dit ook de scholen met de grootste tekorten aan materialen als boeken en schrijfgerei, maar ook lokalen, meubilair en zeker computers. ICT en multimedia is op veel van deze scholen überhaupt niet aanwezig, omdat ze gewoonweg de middelen niet hebben om het aan te schaffen, als ze al (stabiele) elektriciteit hebben.
De leraren die lesgeven op deze scholen zijn naar onze mening ook niet allemaal even capabel. Officieel hebben ze allemaal wel een diploma, of dat is in ieder geval wat ze zeggen, maar of dit ook echt zo is durf ik wel te betwijfelen.

2.       De ‘Public Schools’: Deze scholen worden gefinancierd door de overheid. In de gevallen die wij hebben gezien is het onderwijs op deze scholen significant beter dan op de Harambee scholen. Ook de public schools hebben wel hun problemen. Ook hier kampen ze vaak wel met een tekort aan materialen, maar niet in de mate van de Harambee scholen. Op enkele public schools hadden ze zelfs computers met internet, maar niet genoeg voor iedereen. De klassen zijn ook op deze scholen erg groot. Vaak bestaan klassen uit ongeveer 50 leerlingen. Op enkele scholen was dit 40 en op andere 60.

3.       De dure privéscholen. Opgezet door mensen of bedrijven. Deze scholen krijgen geen subsidie van de overheid, maar zijn wel het rijkst, omdat erin geïnvesteerd wordt door vermogende mensen en bedrijven. Vanzelfsprekend is dit onderwijs duur en voor de gemiddelde Keniaan onbetaalbaar. Wel is het onderwijs hier kwalitatief erg goed vergeleken met de eerder genoemde typen scholen.
Helaas hebben we op het moment van schrijven nog niet de kans gehad om een dergelijke school te bezoeken en ik weet ook niet zeker of we deze mogelijkheid nog krijgen. Mocht dit zo zijn, zal ik hier zeker nog een blog aan wijden.

In alle genoemde soorten scholen heb je ook weer verschillen. Zo zijn er voor elk type ‘boarding schools’, waar de kinderen gedurende het schooljaar ook slapen en ‘day schools’ waar de kinderen, net als in Nederland, gewoon voor een schooldag naartoe komen en daarna weer naar huis gaan.

Daarnaast zijn er speciale scholen voor jongens, meisjes (gemengd bestaat ook), christenen van verschillende devoties, moslims en noem maar op. Er is dus sprake van segregatie, maar mensen kunnen er ook voor kiezen hun kinderen naar gemengde, openbare scholen te sturen. De keuze is reuze.

Kisumu Boys' High School

"Regels" aan bomen gespijkerd op een Keniaanse school.

Kansen

Eén van de belangrijkste redenen om naar school te gaan is natuurlijk om je kansen op een gunstige positie in de maatschappij te vergroten. Kennis is macht en met een diploma op zak heb je meer kans op een (goed) betaalde baan. Althans, in theorie. De officiële werkloosheidscijfers in Kenia zeggen dat 40% van de bevolking werkloos is. Ik heb veel mensen echter horen zeggen dat dit eerder rond de 63% ligt.
Ook heb ik veel taxichauffeurs, waaronder veel jongens die op een motortje mensen transporteren voor belachelijk weinig geld, ontmoet met een mooi universitair diploma op zak. Helaas komen veel van deze jongeren dus niet aan het werk met hun diploma. Sommige mensen zeggen dat corruptie en nepotisme hiervan belangrijke oorzaken zijn. Hoe dan ook, het is natuurlijk erg jammer om te zien dat goed opgeleide mensen, die daadwerkelijk een verschil kunnen maken voor Kenia, niet aan het werk komen, omdat hoge ambtenaren de goede  banen liever aan hun broertje, neefje, of vriend geven.

Ondanks de problemen komen de meeste Keniaanse leerlingen die ik heb gezien erg gemotiveerd over. De discipline is hoog en de kinderen lijken plezier te hebben in de lessen en het leren. Gelijk hebben ze ook, want je kunt altijd nog beter werkloos zijn met een diploma op zak dan zonder, want wie weet kom je ooit toch nog ergens aan de bak.

Feit  is wel dat de jeugd hier een stuk minder kansen heeft op een comfortabel bestaan dan in Nederland. Gezien de omstandigheden van dit moment ben ik bang dat het ook nog wel even kan duren voor hier verandering in komt. Mensen vinden wel dat er veel moet veranderen en iedereen is het erover eens dat er wat aan gedaan moet worden, maar volgens mij weten de mensen nog niet zo goed hoe dit moet gebeuren. De oplossing hiervoor heb ik zelf helaas ook niet.

Onderwijskunde en didactiek

Om nog even in te gaan op onderwijskundige thema’s: Op dit gebied ben ik nog niet erg verrast tijdens het bezoek aan Keniaanse scholen.

Zoals ik had verwacht zitten er veel leerlingen in een vaak te klein lokaal. De docent geeft les met behulp van een krijtbord, waarop begrippen worden uitgelegd en af en toe schetsen op worden gemaakt. De leerlingen nemen aantekeningen over in hun schrift. Wat dit betreft is een Keniaanse geschiedenisles net een hoorcollege.
De logische oorzaak van deze manier van lesgeven is het gebrek aan boeken en de grootte van de klassen. Het is erg lastig om samenwerkend leren toe te passen in een groep van meer dan 50 leerlingen, die ook nog eens geen boeken hebben. Ook is het niet op alle scholen mogelijk om even een grote stapel kopietjes uit te draaien, waardoor eventuele opdrachten op het bord vermeld en uitgelegd worden. In de gevallen die wij hebben gezien waren deze opdrachten altijd huiswerk en werd er in de klas geen tijd gemaakt voor zelfwerkzaamheid.

Volgens de theorie die wij op de opleiding krijgen, is frontaal lesgeven niet de meest effectieve manier van lesgeven, maar de situatie is hier op de meeste scholen zo, dat het de enige reële optie is voor de docenten. Daarbij mag ook gezegd worden dat ik enkele docenten heb gezien die op deze manier hele goede lessen wisten neer te zetten. Meestal kwam dit omdat ze hun verhaal heel goed en boeiend wisten te vertellen en de kernbegrippen eruit haalden en deze duidelijk uitlegden met behulp van voorbeelden die dicht bij de belevingswereld van leerlingen staan.

Wat me ook opviel was de manier van toetsen. Ik vroeg me al af hoe ze dit aanpakten met zulke grote klassen. Het blijkt dat de meeste scholen vaste toetsweken op het rooster hebben staan, zoals ook in Nederland vaak het geval is. In deze weken maken alle klassen, al hun toetsen. Aan een SO’tje tussendoor doen ze hier niet en ik denk dat de docenten daar blij mee zijn, want de meeste docenten gaven aan dat het nakijkwerk een hel is. En wij maar zeuren als we een klas met 32 leerlingen voor onze neus krijgen.

En last, but not least: Straffen en belonen. Hierover hebben we een interessant, informeel gesprekje gehad met het hoofd van een school in Kisumu. De vrouw in kwestie vroeg zich af hoe we in Nederland leerlingen in het gareel houden, waarop we zeiden dat dit soms een lastige kwestie is. De vrouw vroeg zich af waarom we de leerlingen niet gewoon met een lat op de vingers tikten of ze een draai om de oren gaven. Het antwoord dat we deze acties dan waarschijnlijk voor de rechter zouden moeten verantwoorden en dat het ons zeker onze baan zou kosten, ging er bij haar niet in. Ze vond het onbegrijpelijk. Dit moment was onbetaalbaar. Voor de rest hebben we natuurlijk gewoon onze creditcard.

Ik hoop dat ik jullie met dit verslagje een redelijk inzicht heb kunnen geven in een aantal aspecten van het leven en onderwijs in Kenia. Uiteraard is het heel beknopt en ontbreekt er heel erg veel, maar als ik echt alles zou moeten noemen krijgen we een boekenreeks waar zelfs de gehele Winkler-Prins collectie nog U tegen zou zeggen en dat zou ik in de resterende maand in Kenia waarschijnlijk ook niet af krijgen.

Was getekend,

Gijs Startman, student, amateur-schrijver en geen koloniaal.

Foto’s

4 Reacties

  1. André:
    22 april 2016
    Een mooi geschreven stuk Gijs ! Over veel verschillende onderwerpen en met de nodige humor hier en daar !
  2. André:
    22 april 2016
    Mooie beschrijving van het leven in Kenia.
  3. Hanneke cop:
    22 april 2016
    Prima stuk Gijs. Duidelijk , interessant om te lezen hier op Kos. Leerzame tijd verder!
  4. Kees Jan:
    24 april 2016
    Hallo Gijs,
    Leuk dat ook jij het op de blog zet en dat jouw lezers het interessant vinden. Dat is het ook! ;-)
    Groetjes,
    Kees-Jan